Een spontaan bakmoment dat eindigde in pure herfstgezelligheid 🍎✨
Soms begint het gewoon met een paar appels die liggen te wachten op aandacht… en voor je het weet sta je deeg te kneden, kaneel te ruiken en vult je keuken zich met die warme, zoete geur die alleen kaneelbroodjes kunnen verspreiden.
Ik had zin om iets te maken zonder plan — gewoon, omdat ik weer even vrij werk wilde creëren in mijn studio. Geen opdracht, geen verwachting. Alleen spelen met licht, geur en smaak. En eerlijk… dit recept verdient het om gedeeld te worden.
De combinatie van zachte, luchtige kaneelbuns met stukjes gekaramelliseerde appel en een romige roomkaastopping met citroen en vanille… ja, dat is precies het soort comfort food waar je een druilerige middag mee doorkomt.
Perfect bij een kop thee, of gewoon als excuus om de oven weer eens aan te zetten.


Dit heb je nodig
voor 12 buns
Het deeg
- 500 g bloem
- 7 g gist
- 100 g suiker
- 200 ml melk
- 1 ei
- flinke snuf zout
- 1 el boter
De vulling
- 3 kleine Elstar appels
- klontje boter + 75 g boter (zacht)
- 2 el dadelstroop
- 1,5 el suiker
- 1 el kaneel + 2 tl kaneel
- snuf zout
De topping
- 2 el havermelk
- 1 tl suiker
- 4 el boter (op kamertemperatuur)
- 1 tl vanillepasta
- 75 g poedersuiker
- 100 g roomkaas
- 1 el citroensap



Bereiding
- Meng de bloem, suiker en gist door elkaar in een kom. Verwarm de melk tot handwarm (niet warmer dan lichaamstemperatuur) en voeg deze samen met het ei en de snuf zout toe aan het bloemmengsel. Kneed met een deeghaak tot een samenhangend deeg.
- Na ongeveer drie minuten kneden voeg je de boter in drie delen toe. Kneed nog zo’n acht minuten door tot een soepel deeg. Het mag licht plakkerig zijn, maar niet te slap. Is dat wel het geval, voeg dan wat extra bloem toe. Dek het deeg af en laat het op een warme plek ongeveer een uur rijzen.
- Ondertussen maak je de appelvulling. Snijd de appels in kleine blokjes van ongeveer een halve centimeter. Smelt een klontje boter in een steelpannetje en bak de appelblokjes kort op hoog vuur zodat ze licht karamelliseren. Voeg de suiker, dadelstroop, kaneel en een snuf zout toe. Zet het vuur laag en laat het geheel ongeveer acht minuten zacht pruttelen tot er een dikke massa ontstaat. Laat dit volledig afkoelen.
- Meng daarna de 75 g zachte boter met de 2 tl kaneel en zet even apart. Vet een ovenschaal in met boter — een ronde van 24 cm werkt goed.
- Bestuif je werkblad met bloem en rol het deeg uit tot een rechthoek van ongeveer 40 × 30 cm. Besmeer het deeg met de kaneelboter, ook langs de korte randen. Verdeel vervolgens de appelvulling gelijkmatig over het deeg. Rol het aan de lange zijde zo strak mogelijk op en leg de naad naar beneden. Snijd met een scherp mes 12 stukken en leg de rolletjes in de ovenschaal met de ‘swirl’ naar boven. Dek af en laat nog 30 minuten rijzen.
- Verwarm de oven voor op 190 °C (hetelucht). Bestrijk de bovenkant van de broodjes met havermelk en bestrooi met de theelepel suiker. Bak 25–30 minuten tot ze mooi goudbruin zijn.
- Laat de buns volledig afkoelen in de vorm terwijl je de topping maakt.
- Klop de boter met een garde luchtig. Voeg de vanillepasta, poedersuiker, roomkaas en citroensap toe en klop 2–3 minuten tot alles goed gemengd en romig is.
- Smeer de topping over de afgekoelde kaneelbuns en serveer met een dampende kop thee — of eet er gewoon meteen één warm uit de schaal (zoals het hoort).
Heb jij deze buns ook gemaakt? Maak er een foto van en deel hem met de #renskevanburen.nl op Facebook of IG, of stuur me even een pb! Vind ik heel leuk om te zien!
Liefs! Renske

